Hieronder volgt de volledige rekening en verantwoording van de regering over de toepassing in 2007 van de meest ingrijpende inbreuk op het communicatiegeheim die de wet toestaat:1
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 27 mei 2008 Bij brief van 13 november 2007 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008, 30517, nr. 5) heb ik u toegezegd de tapstatistieken, als weergegeven in voornoemde brief, over de tweede helft van 2007 te doen toekomen. Met deze brief wil ik daar graag aan voldoen. De Unit Landelijke Interceptie van het Korps Landelijke Politie Diensten verzorgt de interceptie voor alle politiekorpsen, de Bijzondere Opsporingsdiensten en de Koninklijke Marechaussee en fungeert sinds medio 2007 als enig aanspreekpunt voor interceptie van telecommunicatie ten behoeve van de opsporing. In de tweede helft van 2007 is op 12491 telefoonnummers een bevel tot aftappen gegeven door het Openbaar Ministerie. Hiervan betrof het in 84% een tap op een mobiele telefoon en in 16% een tap op een vaste telefoon. In de betreffende periode liepen er dagelijks gemiddeld 1681 taps. De opvolgende jaarcijfers zullen worden opgenomen in de begrotingscyclus en langs die weg aan U worden kenbaar gemaakt. De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch BallinOp grond van deze korte brief kunnen wij twee constateringen doen: de Nederlandse overheid tapt bijzonder veel en doet bijzonder weinig moeite om nut en noodzaak van de toepassing van dat opsporingsmiddel te onderbouwen. Of de eerste constatering een reden tot zorg is kunnen wij niet weten – en daarom is de tweede constatering juist zo ernstig.
Bijzonder veel
In de Verenigde Staten zijn in 2007 in totaal 2208 tapbevelen uitgevaardigd in opsporingsonderzoeken.2 Een snelle rekensom leert dat een Nederlander vorig jaar 190 keer zo veel kans maakte als een Amerikaan om door zijn overheid te worden afgeluisterd.
Hoe die enorme taplust van de Nederlandse opsporingsbranche te verklaren? Zijn die Amerikanen nou zo dom of zijn wij in Nederland zo slim? Is Nederland zo crimineel en/of technisch hoogstaand, of is de drempel voor toepassing van deze bevoegdheid misschien wat laag? Is het nou zo’n effectief opsporingsmiddel, of is het gewoon een makkelijk opsporingsmiddel? De investeringskosten voor aftapbaarheid worden gedragen door de aanbieders, die per tap slechts een vergoeding van 13,13 euro ontvangen.3 In veel opsporingsonderzoeken is het plaatsen van een of meer telefoontaps kennelijk een automatisme geworden: het kost bijna niks en wie weet levert het nog wat op ook.
Het is tijd voor een herbezinning: niet op het bestaan van de aftapbevoegdheid op zich, maar wel op de toepassingsvoorwaarden. Een telefoontap moet geen automatisch onderdeel zijn van ieder beetje stevig opsporingsonderzoek maar een daadwerkelijk bijzondere opsporingsbevoegdheid. Een serieuze kostenvergoeding is te overwegen omdat het opsporingsautoriteiten per geval zou dwingen een afweging van nut en noodzaak te maken. Tegelijkertijd is strafvordering geen marktactiviteit waarin economische afwegingen een sturende rol zouden moeten spelen: hoe leg je aan een misdaadslachtoffer uit dat een tip niet kon worden nagetrokken omdat het tapbudget op was?
Bijzonder weinig
Een behoorlijk debat over aftappen vergt een revolutie in transparantie. Het aftappen van privécommunicatie is een ingrijpende inbreuk op het communicatiegeheim die gerechtvaardigd moet worden door een dringende maatschappelijke behoefte. Deze totaalcijfers zeggen daar niks over. De proportionaliteit en noodzakelijkheid van een tap kan alleen per geval worden beoordeeld, aan de hand van de ernst van de verdenking, het nut van de tap in het opsporingsonderzoek, de aanwezigheid van een minder verstrekkend middel dat ook werkt, etc.
Met alleen dit totaalcijfer kan het parlement zijn controlerende werk niet doen. Vergelijk dat met het Amerikaanse rapport over 2007, dat per tap verslag doet van aanleiding, duur, kosten en opbrengsten. En er is wel meer mis met de controle op de toepassing van de aftapbevoegdheid. Zo wordt de verplichting van justitie om degene die wordt afgetapt daarover te informeren zodra het onderzoek dat toestaat (artikel 126bb Sv) in de praktijk massaal genegeerd.4 Om een paar West-Afrikaanse bendes tegen te gaan moet heel Nederland voortaan een paspoort tonen om zich te mogen uiten. Wat mij betreft houden we even op met nieuwe bevoegdheden en gaan we eerst eens rustig de bestaande regels nakomen en evalueren.
Als het gaat om de verlening van ingrijpende en ingewikkelde strafvorderlijke bevoegdheden aan de staat moeten wij als burger erop vertrouwen dat de staat die zorgvuldig uitoefent en dat het parlement daar scherp op toeziet. Misschien dat die 25.000 taps per jaar allemaal nodig en proportioneel zijn. Van de overheid mogen wij echter verwachten dat zij een serieuze poging doet om dat behoorlijk te onderbouwen en dat zij de wettelijke waarborgen respecteert. Alleen zo’n overheid verdient het voordeel van de twijfel.
Oorspronkelijk gepubliceerd in Mediaforum 2008-6.
- Kamerstukken II 2007-2008, 30517, nr. 6. ↩
- 2007 Wiretap Report, Administrative Office of the United States Courts, zie http://www.uscourts.gov/wiretap07/contents.html. ↩
- Zie artikel 13.6 lid Tw en de Regeling kosten aftappen en gegevensverstrekking. ↩
- Zie bijvoorbeeld Kamerstukken II 2004–2005, 30 164, nr. 5, p. 7.
Begin mei lekte uit dat de opsporingsdiensten nieuwe wetgeving willen om het volgen van burgers te vergemakkelijken: het moet maar uit zijn met anoniem prepaid bellen en internetten in de openbare bibliotheek.[5. http://webwereld.nl/articles/51029/politie-wil-id-plicht-in-internetcaf-s.html. ↩