Telecomtoezicht is geen kijksport

De Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (OPTA) is onlangs uitgeroepen tot de op één na beste telecomtoezichthouder van Europa. Alleen het Britse Ofcom heeft de afgelopen jaren beter gezorgd voor de totstandkoming van concurrentie en innovatie op de telecommarkt. Applaus dus voor de bewoners van de derde tot en met vijfde verdieping van de Haagse Zurichtoren, maar ook voor de wetgever, marktpartijen en rechters die dit resultaat hebben mogelijk gemaakt.

Er zijn weinig sectoren waarin zo structureel beroep wordt ingesteld tegen beslissingen van de toezichthouder. Of een besluit van OPTA nou objectief goed is of niet, er is altijd tenminste wel een partij die er belang bij heeft te vechten voor een andere uitkomst. Regelmatig staan zowat alle telecomaanbieders van Nederland in wisselende coalities tegenover elkaar bij het College van beroep voor het bedrijfsleven in Den Haag.

Het bevorderen van concurrentie op de telecommarkt was van oudsher de kerntaak van OPTA. Door KPN te dwingen haar netwerk open te stellen voor alternatieve aanbieders, heeft OPTA gezorgd voor meer concurrentie op de markten voor telefonie en internettoegang. OPTA heeft dat overigens niet allemaal zelf bedacht, maar is juist ingesteld op grond van Europese telecomregels die marktliberalisering voorschreven.

Dat begon eind jaren ’90 met vaste telefonie. Binnen een paar jaar daalde de prijs voor internationaal bellen van enkele guldens naar enkele centen per minuut. Onder namen als Freeler en World Online was er opeens ‘gratis’ internet tegen lokaal beltarief. De breedbandboom heeft veel te maken met de Europese wet uit 2000 die de oude nationale PTT’s verplichtte om alternatieve aanbieders via hun koperdragen internettoegang aan te bieden.

De laatste jaren houdt OPTA zich, zeker publicitair, steeds meer met consumentenbescherming. Besluiten in geschillen tussen telecomoperators onderling worden stilletjes geplaatst op www.opta.nl. Maar als OPTA een boete uitdeelt aan een spam- of spywareverspreider, wordt de vaderlandse pers flink opgekieteld. De nieuwste ontwikkeling is de publicatie door OPTA van beleidsregels over internetveiligheid. OPTA wil dat telecom- en internetaanbieders hun klanten actiever gaan informeren over de risico’s van internetgebruik en hoe zij zich daartegen kunnen wapenen.

Deze ontwikkeling is begrijpelijk. De gemiddelde telecom consument heeft actief last van zaken als spam, spyware, phishing, virussen, tarieffraude of hinderlijke telemarketing. Hij waardeeert het als een overheidsinstantie daar een stokje voor steekt. Consumentenbescherming ‘scoort’ bij pers, publiek en – niet onbelangrijk – leden van de Tweede Kamer. De regels die concurrentie bevorderen – toegangsverplichtingen aan dominante spelers zoals KPN, UPC en Ziggo – zijn daarentegen veel ingewikkelder. OPTA’s besluiten hierover zijn honderden pagina’s dik en alleen te begrijpen voor een selecte groep insiders. Die zittingen bij de rechter in Den Haag zijn voor voor de gewone beller bepaald geen kijksport.

Toch blijft het verzekeren van eerlijke concurrentievoorwaarden voor telecomaanbieders verreweg het belangrijkste dat OPTA kan doen, juist voor consumenten. Informatie over internetveiligheid van de provider is nuttig, maar kan de consument net zo goed halen uit een hobbytijdschrift of Postbus 51 folder. Daar is in elk geval geen gespecialiseerde toezichthouder voor nodig. Consumenten en bedrijven hebben de afgelopen tien jaar enorm geprofiteerd van ontluikende concurrentie op de telecommarkt, in de vorm van veel lagere tarieven, hogere snelheden en een wildgroei aan nieuwe diensten. Daar zit veel bagger tussen, maar op een goed functionerende, vrije markt komen de beste diensten en aanbieders vanzelf bovendrijven.

De komende jaren zijn er uitdagingen genoeg voor OPTA als het gaat om concurrentiebevordering. Er dreigt een nieuw nationaal infrastructuurduopolie te ontstaan van KPN en de kabel. Als OPTA dat laat gebeuren, leidt dat onherroepelijk tot minder keuzevrijheid, minder nieuwe diensten en hogere prijzen. Op de televisiemarkt hebben zowel consumenten als omroepen nog onvoldoende alternatief voor de gevestigde kabelaars. Ook OPTA realiseert zich gelukkig dat haar werk zich de komende jaren niet kan beperken tot consumentenbescherming. Haar PR-beleid zal af en toe anders doen vermoeden, maar OPTA zal zich blijven richten op haar hoofdtaak: het creëren van een gelijk speelveld voor aanbieders van telecomdiensten.

Leave a Reply