You know they all know

Is de pers er voor om de samenleving te beschermen tegen de hypocrisie van de machtigen der aarde? Heeft het publiek het recht te weten als een beroemdheid vreemd gaat? Of hebben zelfs zij recht op een privéleven?

“You know they all know.”

Aan het woord is Formule 1-baas Max Mosley, die aan een Britse parlementscommissie vertelde over het effect op zijn privéleven van tabloidonthullingen over een SM-sekspartijtje, waarover ik vorige zomer schreef. Mosley won zijn rechtszaak tegen News of the World, hoewel de schadevergoeding niet voldoende was om zijn proceskosten te dekken. Kern van Mosley’s betoog is dat zijn waardigheid onherstelbaar beschadigd is, zonder dat daarvoor enige aanleiding of rechtvaardiging bestond. Op feestjes en partijtjes zegt niemand er iets over, maar je weet dat ze het allemaal weten. De wetenschap dat anderen je geheimen kennen is de kern van privacyschending.

In een stoer hoofdredactioneel commentaar schrijft de op zich serieuze Britse krant The Independent dat Mosley een publieke figuur is en dus had moeten weten dat de pers zou kunnen gaan grasduinen in zijn privéleven. Dat lijkt mij geen argument: de voorspelbaarheid van een privacyschending maakt haar nog niet toelaatbaar. Gabriel García Márquez’ kleine meesterwerk Kroniek van een aangekondigde dood beschrijft nog altijd een misdrijf.

Het hoofdartikel vervolgt dat publieke figuren een voorbeeldrol hebben en dat de functie van de pers is om hypocrisie aan de kaak te stellen. Ten onrechte: “shaming hypocrites”, zoals The Independent het noemt, is een even simplistische als misplaatste visie op de rol van de pers. Mosley is de baas van de Formule 1 en toevallig de zoon van de ‘Britse Mussert’ Sir Oswald Mosley. Als het gaat om autoracen of fascisme is hij een publiek figuur (al kun je je afvragen in hoeverre je de zoon onbeperkt in verband mag blijven brengen met de zonden van zijn vader). Maar ook vóór de onthullingen over zijn SM-avontuurtjes was Mosley voor niemand een rolmodel voor seksueel gedrag. Net zo min als Wesley Sneijder een autoriteit is op het gebied van autorijden, zodat de pers recht heeft op inzage in zijn kilometeradministratie.

Bovendien: hoe hypocriet is Mosley eigenlijk geweest? Naar mijn weten heeft hij nooit hoog van de toren geblazen over de absolute wenselijkheid van knuffelseks. De seksuele voorkeuren van Mosley zijn dus simpelweg geen relevant, publicabel gegeven.

De conclusie van het commentaar in The Independent is uiteindelijk: als Mosley zich had willen beschermen tegen publieke beschadiging, had hij zijn vrouw niet moeten bedonderen. Ook die stelling is mij te kort door de bocht: heeft het publiek werkelijk het recht om onmiddellijk geïnformeerd te worden als een willekeurige beroemdheid vreemd gaat?

Mosley pleit inmiddels voor een privacywet in Engeland – dat is iets wat ze daar van oudsher niet hebben. “Truth is an absolute defence,” werd van oudsher gepredikt: als een onthulling waar is, kan zij niet onrechtmatig zijn. Ook in Nederland is pas sprake van laster als een beschuldiging onwaar is.

Maar zowel smaad als privacyschending kunnen net zo goed onrechtmatig zijn als de onthulling of beschuldiging feitelijk juist is. Sinds het Verenigd Koninkrijk het Europese mensenrechtenverdrag in de nationale wetgeving heeft geïmplementeerd, bestaat ook in Engeland een recht op privacy. Publicatie van privégegevens is alleen toelaatbaar als dat daadwerkelijk een bijdrage levert aan een publiek debat.

De Britse boulevardpers verzet zich hevig, maar dat zijn stuiptrekkingen. Zij hebben het ongelijk aan hun zijde, ook al zullen veel lezers dat betreuren. Ook de Nederlandse bladen hebben inmiddels moeten ondervinden dat er een verschil is tussen nieuwswaarde en het bevredigen van nieuwsgierigheid.

Oorspronkelijk verschenen op NU.nl.

Leave a Reply