De Eerste Kamer stemde deze week in met de Wet bewaarplicht verkeersgegevens, na een merkwaardig debat waarin politiek en gezond verstand opzichtig botsten. Iedereen vond het een domme wet, maar de meerderheid stemde voor. De wet is gebaseerd op een Europese richtlijn en verplicht telecom- en internetaanbieders om informatie over telefoon- en internetgebruik van alle burgers twaalf maanden vast te leggen voor eventueel toekomstig opsporingsgebruik.
Onder druk van de vele tegenstanders van de bewaarplicht zegde minister Hirsch Ballin toe dat hij de Tweede Kamer zal vragen de bewaarplicht voor internetgegevens terug te brengen naar zes maanden, het minimum dat de Europese richtlijn voorschrijft. Als de Tweede Kamer dat weigert, is het helapidaka voor de Eerste Kamer.
Het verslag van het debat in de Eerste Kamer bevat hilarische passages (en dat is lang niet altijd het geval). Alles draait daarin om de merkwaardige opstelling van CDA-woordvoerder prof. Hans Franken, vermaard ICT-jurist en op vele terreinen rondom ict en privacy het juridische geweten van de Eerste Kamer. Zo ook ten aanzien van de bewaarplicht, waartegen hij het verzet sinds 2004 knap en overtuigend leidde.
Medio 2009 vertelt hij een heel ander verhaal, kennelijk onder druk van zijn eigen fractie, de CDA-fractie in de Tweede Kamer of CDA-minister Hirsch Ballin (Justitie). Franken opent zijn betoog met te zeggen dat het Europese Parlement broddelwerk heeft geleverd en dat hij het roerend eens is met de kritiek op het wetsvoorstel vanuit wetenschappelijke hoek.
Maar dan vervolgt hij: “We moeten hier vandaag een politieke beslissing nemen en dan kiest mijn fractie – onder een aantal hieronder te noemen voorwaarden – voor een standpunt, waarin politieke opportuniteit zwaarder weegt dan wetenschappelijke rationaliteit.”
Er ontspint zich vervolgens een geanimeerde discussie over het verschil tussen politiek en rationaliteit, waarin SP-kamerlid Kox Franken vergelijkt met Galileo, die door Paus Urbanus VIII werd bedreigd met de brandstapel als hij het heliocentrisme niet zou afzweren. Frankens reactie doet vermoeden dat CDA en CIA niet alleen in naam veel gemeen hebben: “U zegt dat Galilei onder dreiging van de brandstapel zijn keuze heeft gemaakt, maar brandstapels hoeven niet alleen uit hout en vuur te bestaan. Er kunnen ook best andere mogelijkheden zijn.”
Doen ze in het CDA tegenwoordig ook al aan waterboarding? Waarom anders zet partijcoryfee Franken zijn politieke en wetenschappelijke reputatie op het spel voor een onnodige nieuw-flinkse wensdroom? Franken blijkt zijn inhoudelijke kritiek op de wet niet te zijn vergeten en geeft toe dat de Wet bewaarplicht “een domme wet” is, maar de uitkomst is dezelfde: het CDA is overtuigd door de tegenargumenten, maar stemt voor. Een nadere verklaring voor Frankens ommekeer blijft uit.
Is de Eerste Kamer, die zichzelf graag hoort omschrijven als “chambre de réflexion”, vrij van de politieke waan van alledag, niet juist het orgaan in ons staatsbestel waarin rationaliteit het moet winnen van politieke calculaties? Waar nieuwe opsporingsmaatregelen afstandelijk worden getoetst aan de de Grondwet, nut en noodzaak, proportionaliteit en uitvoerbaarheid en, als zij een onvoldoende scoren, gewoon verworpen worden? Voor irrationeel politiek handjeklap hebben we de Tweede Kamer toch al?
Ook het argument dat invoering van bewaarplicht van Brussel ‘moest’, overtuigt niet. De Eerste Kamer was al in meerderheid tegen de bewaarplicht toen het nog een ontwerp-richtlijn was, maar heeft toch getolereerd dat Nederland de richtlijn steunde en zich later actief verzette tegen een poging van Ierland om de richtlijn door het Hof van Justitie te laten vernietigen.
De consequente benadering anno 2009 zou dus zijn geweest de minister naar huis te sturen en alleen in te stemmen met het Europese minimum: zes maanden bewaarplicht voor internet- en telefoniegegevens, strikte voorwaarden voor opslag van – en toegang tot – opgeslagen gegevens, alle kosten voor rekening van justitie.
Gelukkig zijn er, zo heeft de Eerste Kamer zich zelf door deskundigen laten uitleggen, genoeg eenvoudige en goedkope manieren om de bewaarplicht te omzeilen: gebruik buitenlandse e-maildiensten, zoals Gmail of Hotmail, of de talloze diensten die überhaupt niet onder de bewaarplicht vallen: Twitter, MSN, Skype, zo’n beetje alles behalve ordinaire e-mail of internettelefonie-met-vast-telefoonnummer. Een andere mogelijkheid is om gebruik te maken van een dienst die al het internetverkeer anonimiseert, zoals MicroSister. Maar wie garandeert je dat Kleine Zus beter omspringt met je gegevens dan Grote Broer?
Wederom zal gezegd worden: wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen. Helaas geldt nog steeds het omgekeerde, want bij het opvragen en gebruiken van historische verkeersdata uit een massale, anarchistische datahooiberg zijn foute conclusies onvermijdelijk. Wat mij betreft is het nog altijd erger om vervolgd te worden voor iets wat je niet hebt gedaan dan voor iets wat je wel hebt gedaan.