Een beetje vrijheid terug

Op 14 augustus werd na drie jaar winterslaap de doorstart aangekondigd van Bits of Freedom, de waakhond voor digitale burgerrechten. Geen dag te laat, want er is veel werk te doen.

Het met nieuw geld herrezen Bits of Freedom wordt geleid door Ot van Daalen, tot voor kort een knappe advocaat bij het vooraanstaande kantoor De Brauw. Zijn stap bewijst dat er toch iets mooiers is dan het dienen van het grootkapitaal – wat voor veel advocaten als een verrassing zal komen.

In zijn eerste speech vertelde Van Daalen dat BOF als eerste de veiligheid van privacygevoelige databanken aan de kaak te willen stellen. Dat is een terecht speerpunt, al zou ik er voor pleiten om niet alleen de beveiliging van die databanken aan de kaak te stellen, maar ook het überhaupt bestaan van vele daarvan.

De overheid lijdt aan een steeds acutere vorm van informatieverzamelzucht, waaronder bijvoorbeeld:

  • een OV-chipkaart die zelfs iedere beweging van abonnementhouders registreert op last van een boete
  • een registratiesysteem voor biometrische paspoortgegevens waar zelfs Brussel niet om heeft gevraagd
  • een elektronisch kinddossier met informatie over schaamhaargroei die consultatiebureaus kennelijk al 40 jaar opschreven maar we nu landelijk toegankelijk gaan maken
  • een elektronische patiëntendossier waar ook alle IT-mannetjes bij kunnen,
  • ongebreidelde kentekenregistratie op snelwegen
  • verplichte opslag van telecomgegevens tegen beter weten in.

Combineer dat met de bestaande bevoegdheid van justitie om hele gegevensbestanden bij overheid en bedrijfsleven op te vragen en te combineren en ‘bewerken’ (dataminen) op zoek naar ‘verdachte patronen’, en het verlies aan zelfbeschikking is nagenoeg compleet.

Ook zal BOF zich inzetten voor een open en vrij internet. Weg dus met verplichte afsluiting van downloaders op last van de entertainmentindustrie, weg met filteren op last van politieagenten en weg met het selectief afknijpen van bandbreedte door internetaanbieders. Stuk voor stuk belangrijke dossiers, als we tenminste ervoor willen zorgen dat het internet een open, democratisch communicatiekanaal is voor alles en iedereen.

Maar de belangrijkste taak van BOF ligt naar mijn overtuiging op een ander vlak. Meer nog dan specifieke beleidsdoelstellingen – zoals nieuwe wetgeving die onder druk van BOF wordt geïntroduceerd of juist verhinderd – staat BOF voor de uitdaging om een taalkundige en begripsmatige revolutie teweeg te brengen. “Privacy” en “digitale burgerrechten” scoren als begrippen slecht. Ze klinken te abstract en rieken te veel naar soft gedoe.

BOF moet dus een nieuw vocabulaire ontwikkelen om, aan de hand daarvan, het grote publiek én de politiek te overtuigen van het belang van digitale veiligheid en het recht om ook online jezelf te kunnen zijn. Met aansprekende voorbeelden over wat gewone mensen – ook mensen die dachten dat zij niks te verbergen hadden – kan overkomen als we niet snel een andere koers gaan varen en als mensen niet beter op hun online gedrag en hun online rechten gaan passen.

Niet voor niets is de Big Brother Award in 2006 uitgereikt aan U: U verkwanselt in groten getale en in hoog tempo uw eigen privacy door lukraak persoonlijke informatie over uzelf en uw naasten op het net te kwakken. Alles over de vakantie: foto’s, locaties, data, verhalen. Maar ook hobby’s, stambomen, gênante weekendlol, politieke ideeën, persoonlijke voorkeuren, vieze kwalen. Ik kan het zo privé niet bedenken of velen van u delen het met de hele wereld. U zit achter uw computer en waant zich kennelijk veilig. U denkt dus onvoldoende na over de kring van personen en instellingen die bij de informatie kan: niet alleen uw vertrouwde familie en vrienden maar ook de buurman, de baas, de overheid en de reclamebureaus kijken mee. Maar afschermen met een wachtwoord, dat doet u niet.

Ook realiseert U zich kennelijk niet dat de alle informatie die u online zet, volautomatisch wordt gekopieerd, verrijkt, gecombineerd en gearchiveerd door zoekmachines, internetarchieven en gespecialiseerde marketingbedrijven. Het zijn bedrijven die u niet kent, die u niets vragen en die die informatie nooit meer gaan wissen. Dat geldt ook voor ieder bericht dat u via Twitter verspreidt. Combineer alle tweets van een individu en je hebt al een aardig psychologisch profiel.

U doet dit alles bewust of onbewust, maar als u iemand hoort praten over “privacy” of “digitale burgerrechten” gaat er kennelijk geen belletje rinkelen en past u uw gedrag niet aan.

Sommigen van U vinden dat privacy al lang niet meer bestaat, “zó 1.0” is. U vergist zich want ook u heeft wat te verbergen. En zelfs als u een persoonsgegevensexhibitionist bent, dan moet u uw wil niet aan de rest opleggen. Ook nudisten zeggen dat ze niks te verbergen hebben en vinden kleren tamelijk “1950”, maar dat betekent niet dat we voortaan allemaal verplicht bloot boodschappen moeten doen.

Absolute veiligheid kan alleen worden gegarandeerd door iedereen zijn vrijheid te ontnemen. De echte uitdaging voor Bits of Freedom is dus om het debat over digitale vrijheid en veiligheid te herdefiniëren en te tillen naar een ander niveau. Een niveau waar burgers en politici begrijpen dat de overheid noch technologie vrijheid en veiligheid kunnen garanderen en dat juist in een volmaakt veilige samenleving niemand veilig is voor Het Systeem.

Oorspronkelijke gepubliceerd op NU.nl.

Leave a Reply