Het kabinet publiceerde gisteren zijn reactie op het rapport-Gerkens over de toekomst van auteursrecht op internet. Het kabinet nam de belangrijkste aanbeveling over: beschermd materiaal downloaden vanuit kennelijk illegale bron, wat nu nog is toegestaan als legale thuiskopie, wordt op termijn strafbaar gesteld. In ruil daarvoor moet de entertainmentindustrie komen met een gevarieerd legaal aanbod via internet. Een sprong in het duister.
Het kabinet toont zich in de reactie opvallend weinig zeker van de zelf ingeslagen koers, want somt met evenveel overtuiging een aantal nadelen op:
“Het strafbaar stellen en als onrechtmatig aanmerken van downloaden uit illegale bron heeft volgens het kabinet wel als nadeel dat het handhavingsbeleid zich op de privésfeer zou kunnen gaan richten en dat er een vorm van controle op het internetgebruik van particulieren zou kunnen ontstaan. Dit zou kunnen leiden tot een afname van het maatschappelijk draagvlak voor het auteursrecht in het algemeen. Ook zou in dat geval de bereidheid van consumenten om te betalen voor content kunnen verminderen.”
Een actief handhavingsbeleid hoeft de industrie dus ook niet van het kabinet te verwachten:
“Het kabinetsbeleid zal zich in ieder geval blijven richten op de aanpak van het (grootschalig) illegale uploaden. Van de marktpartijen die een rol spelen in de contentketen wordt verwacht dat zij zich gezamenlijk inspannen om dit beleid in de praktijk gestalte te geven. Door deze aanpak ‘bij de bron’ wordt tegengegaan dat de markt voor legaal aanbod wordt verstoord door (commerciële) partijen die op illegale wijze auteursrechtelijk beschermd materiaal openbaar maken.”
Het downloadverbod zal waarschijnlijk ook niet meteen leiden tot een klopjacht op thuispiraten. Veeleer heeft het verbod een symbolische functie en helpt het de industrie om commerciële partijen aan te pakken die grootschalige muziekuitwisseling faciliteren. Zo lang zij met droge ogen kunnen beweren dat zij alleen legale thuiskopieën faciliteren, kunnen zij moeilijk van onrechtmatig gedrag worden beschuldigd.
Het kabinet gaat – wat mij betreft terecht – niet mee in de voorstellen van de Commissie-Gerkens om internet providers verdergaande verplichtingen op te leggen om medewerking te verlenen aan opsporing van illegale downloaders:
“Het opleggen van aanvullende verplichtingen voor internet service providers (ISP’s) en hostingproviders, zoals voorgesteld door de parlementaire werkgroep, zou weinig effect hebben. De rol van ISP’s beperkt zich tot het faciliteren van de toegang tot het internet en strekt zich niet uit tot het beheren van content. Voor hosting providers geldt dat een aanvullende verplichting om klantgegevens bij te houden zou leiden tot hoge administratieve lasten, terwijl het voordeel daarvan beperkt zou zijn, omdat het bij de contentproviders in veel gevallen zal gaan om een buitenlandse partij.”
Wat mij betreft heeft het kabinet zich iets te gemakkelijk laten overtuigen om een sprong in het duister te doen. Wie zegt dat de entertainmentindustrie echt van plan is werk te maken van internetdistributie? Gaat het kabinet dat afdwingen, of bij tegenvallende ontwikkelingen het downloadverbod weer opheffen? De film- en platenmaatschappijen hebben zich de laatste tien jaar allesbehalve innovatief getoond en het is de vraag of zij hun strategie wezenlijk zullen laten beïnvloeden door een wetswijziging in Nederland. Downloaden uit illegale bron is al jaren verboden in Duitsland, zonder dat daar een serieuze markt voor legale online films en muziek is ontstaan.
Op Webwereld geeft Jasper Bakker ondertussen vijf argumenten vóór een downloadverbod.