Naïef opportunisme

Vorige zomer maakte CDA-senator Hans Franken zich in opsporingskringen onsterfelijk door de Wet bewaarplicht telecommunicatiegegevens, die hij jarenlang met kracht van argumenten had bestreden, alsnog te omhelzen. De politieke deal die Franken sloot, staat nu op losse schroeven.

De ommekeer van de CDA-fractie zorgde er voor dat er in de Eerste Kamer alsnog een meerderheid was voor verplichte opslag van telecomgegevens voor opsporingsdoeleinden. Ook Franken’s verklaring voor zijn opmerkelijke koerswijziging is meteen beroemd geworden:

“We moeten hier vandaag een politieke beslissing nemen en dan kiest mijn fractie – onder een aantal hieronder te noemen voorwaarden – voor een standpunt, waarin politieke opportuniteit zwaarder weegt dan wetenschappelijke rationaliteit.”

Wat het Franken en zijn fractie politiek heeft opgeleverd, weten we niet. De schade aan zijn rationeel-wetenschappelijke reputatie is hij in elk geval nog niet te boven. Sindsdien zitten we opgescheept met een bewaarplicht die weliswaar formeel in werking is getreden, maar in de praktijk nog niet werkt. De betrokken overheidsinstanties hebben nog weinig zicht op de technische materie (zie deze presentaties, zoeken op “Suggesties zijn welkom”). Zonder heldere richtlijnen kunnen de telecomaanbieders hun systemen niet aanpassen.

Franken wist tijdens het beslissende debat in de Eerste Kamer zijn CDA-collega, minister Hirsch Ballin van Justitie wel de toezegging (p. 22) te ontfutselen dat de bewaarplicht voor internetgegevens zou worden teruggebracht van twaalf naar zes maanden. Om een Europese implementatietermijn te halen, werd de wet wel alvast aangenomen, inclusief twaalf maanden bewaartermijn. De kamer vertrouwde dus op de politieke toezegging van de minister om een reparatiewetje in te dienen, maar ook op zijn vermogen dat wetje door de Tweede Kamer te loodsen.

Hoe naïef de Eerste Kamer is geweest blijkt niet alleen uit het feit dat minister Hirsch Ballin inmiddels demissionair is, het wetsvoorstel ongetwijfeld controversieel wordt verklaard en dus de rest van het jaar stil ligt. Of een volgend kabinet het wetsvoorstel voortzet, moet nog maar blijken. Een CDA/VVD/PVV kabinet doet dat vermoedelijk niet.

Het gaat bovendien al fout in de huidige Tweede Kamer. Uit het recent gepubliceerde verslag blijkt dat de CDA-fractie in de Tweede Kamer geen zin heeft om loyaal mee te doen aan het een-tweetje tussen de CDA-fractie in de Eerste Kamer en de CDA-minister van Justitie. In de Tweede Kamer-fractie tapt de vriendelijke staatsveiligheidsmacho Sybrand van Haersma Buma uit een heel ander vaatje dan ‘privacygeweten’ Franken in de Eerste Kamer. Buma wil, net als zijn VVD-collega Fred Teeven, geen verlaging van de bewaartermijn naar zes maanden, maar een verhoging naar 18 maanden. Het argument: “Door technische gegevens langer te bewaren, kunnen in de toekomst strafzaken worden opgelost die nu onopgelost blijven.” Als dat voldoende reden is, kunnen we beter meteen een honderdjarige bewaarplicht voor alle verkeer invoeren. Wie weet hebben we er ooit wat aan.

Als vanouds worden argumenten over de bestrijding van mensenhandel en kinderporno gebruikt om een verplichting te verdedigen die al kan worden ingeroepen bij het opsporen van wildplassers. Bij de CDA’ers in de Tweede Kamer is wetenschappelijke rationaliteit kennelijk nog irrelevanter dan voor hun collega’s in de Eerste Kamer.

Gevolg van dit alles is dat we voorlopig een bewaarplicht hebben van twaalf maanden en dat de Eerste Kamer, het ‘staatsrechtelijk geweten’ van Nederland, zich heeft laten piepelen door zijn eigen opportunisme.

Oorspronkelijk verschenen op NU.nl.

Leave a Reply